Vorig jaar heb ik een fotoproject geexposeerd op verschillende plekken in Haarlem. Onder andere bij het NoordHollands Archief, de Openbare Bibliotheek, de Grote Bavo op de Grote Markt en daarna nog op diverse plekken in de stad.
Voor deze expositie heb ik een aantal dak- en thuislozen mensen begeleid met het in beeld brengen van hun eigen leefomgeving. het doel was om de leefwereld van dak- en thuislozen in Haarlem wee te geven en delen met de inwoners van de stad Haarlem om de leefwereld van deze groep meer zichtbaar te maken en het negatieve imago rond dak- en thuislozen te verzachten. Subdoel was dak- en thuislozen stimuleren, activeren en laten participeren in een project met een door hun zelf verwezenlijkt en tastbaar eindresultaat waar ze trots op kunnen zijn.
Dat heeft een serie beeldverhalen opgeleverd waarin ieder zijn eigen gevoel over verhuizen en zwerven van plek naar plek, geborgenheid, beschutting, en thuisvoelen ervaart. De verhuizing van ‘Stem in de Stad’ naar een nieuw onderkomen aan de Nieuwe Groenmarkt 22 vormde de aanleiding voor deze serie beeldverhalen. De beeldverhalen vormen voor de dak- en thuisloze mensen die aan dat project hebben meegewerkt een tastbaar en persoonlijk ‘zelfportret’, dat door sterke betrokkenheid en motivatie tot stand gekomen is. Naast deze expositie vormt een serie portretten die ik maakte van dak- en thuisloze mensen de basis voor een gepersonaliseerd gedicht van straatdichter Martin van den Esschert.
Stem in de Stad is een centrum op de Nieuwe Groenmarkt waar dak- en thuisloze mensen overdag terecht kunnen voor (gratis) koffie en thee. Drie keer in de week kan er (gratis) warm gegeten worden. Bij deze gelegenheid ben ik gaan werken. Eerst het eten opscheppen om zo een beeld te krijgen wat er zoal binnenkwam. Daarna ben ik aan tafel gaan zitten en gaan praten met de (overwegend) mannen.
Het viel niet mee om er tussen te komen. Het duurde wel even voordat ik het vertrouwen had. Maar toen dat eenmaal zover was kreeg ik de meest indringende verhalen te horen. Daarna vroeg ik vaak of ik buiten een foto van ze mocht maken.
Regelmatig waren er opstootjes, de meesten hebben een kort lontje. Twee gasten vlogen elkaar een keer aan terwijl ik er net tussenin zat. Af en toe ging het er heftig aan toe. Ik zou er columns vol van kunnen schrijven wat ik daar meemaakte, soms beangstigend, er was geen enkele bescherming zodra ik mijn voet daar buiten de deur zette. Maar voor mij was het heel belangrijk dat ik die portretten maakte. Het ging me niet alleen om de doorgeleefde koppen – ook het verhaal erachter interesseerde me. Hoe komt het dat iemand dakloos is geworden, wanneer ben je drugs gaan gebruiken enz. Ik ging vrij ver hierin: er kwam regelmatig een man die mij intrigeerde. Hij woonde al 1,5 jaar in een tentje op een geheime plek, niemand vertelde hij waar hij kampeerde. Ik wilde zo graag daar foto’s maken, en ben iedere keer als ik hem zag gaan vragen of ik alsjeblieft een keer langs mocht komen met mijn camera. Uiteindelijk na een paar maanden mocht het.
Hij stond ergens langs de snelweg, het was koud/nat en toch voelde ik veel warmte in zijn tentje. Hij had het op zijn manier gezellig gemaakt, er hing kerstversiering die hij bij de vuilnis had gevonden en had diverse lampjes en kaarsjes aanstaan. Hij liet foto’s zien van zijn zoon die hij niet mocht zien en vertelde ondertussen zijn levensverhaal.
Of het verhaal klopte of niet, ik ging redelijk ontdaan weg. Alles wat hij verteld had en de manier van overleven greep me aan.
Uiteindelijk is het redelijk goed gekomen met hem, hij kreeg een woning aangeboden en doet het nu heel goed. Hij is kilo’s aangekomen en is enorm positief over de toekomst.
Regelmatig ga ik nog even koffie drinken bij Stem in de Stad of ik kom daar binnen omdat de redactie van het Straatjournaal daar zit – daar maak ik reportages voor.
Nog steeds heb ik goed contact met de ‘doelgroep’ zoals ze dat noemen en schuif ik even aan voor een gesprek.
Het maakt mij niet uit of ik een directeur van een bedrijf ga portretteren of een dakloze man/vrouw. De overeenkomsten zijn misschien wel groter dan de verschillen.
Enkele reacties die in het boek stonden bij de expositie:
‘ Het is heel super prachtig geworden. Hoe kan iemand hier onaangedaan bij blijven ! Mooie beelden – mooie woorden “moet” heel groot naar buiten ‘.Tinelou van der Elsken
‘ Woord en gezicht geven mensen. Dat zag ik weer vandaag ‘.
Jan Plugbos
‘ Dat er meer is als je ziet – leer je door op een andere manier te kijken ‘
Martin vd Esschert – Straatdichter
‘ Mooie tentoonstelling ! Het is alsof je in de huid van de persoon kruipt ‘.
Lisa 13 jaar